Herinvesteringsvoornemen aanwezig ondanks ontbreken van een concreet plan voor vervanging

Na verwijzing door de Hoge Raad dient Hof Den Bosch de vraag te beantwoorden of een bv een herinvesteringsreserve kan vormen voor boekwinsten, die zij in 2010 en 2011 heeft behaald bij de vervreemding van onroerende zaken. De Hoge Raad heeft in het verwijzingsarrest overwogen dat het voornemen tot herinvestering niet realiseerbaar hoeft te zijn in het jaar van vervreemding om een
Kort kijken, hoog schatten: het hof fluit de inspecteur terug

Een belastingplichtige runt samen met een medevennoot een coffeeshop. Na waarnemingen ter plaatse (wtp’s) heeft de Belastingdienst navorderingsaanslagen opgelegd omdat niet alle omzet was verantwoord. Zowel de rechtbank als het hof oordeelden dat de inspecteur te snel conclusies heeft getrokken uit een beperkt aantal waarnemingen. De rechtsvraag was: wanneer is sprake van een redelijke
Gerechtshof corrigeert onredelijke schatting van inspecteur

Een ondernemer exploiteert huurrechten met betrekking tot panden. Dit houdt in dat hij panden huurt en deze vervolgens onderverhuurt. Daarnaast is hij betrokken bij het innen van huurpenningen en het beheer van de verhuurde woningen. Voor dit laatste heeft hij een mondelinge overeenkomst gesloten met een tussenpersoon, die namens hem de huurpenningen int en afdraagt, huurovereenkomsten opstelt en
Belastingadviseur faalt bij onderbouwing zakelijke kosten

Een belastingadviseur raakte verwikkeld in een juridische strijd met de Belastingdienst over de zakelijkheid van diverse kostenposten in zijn aangiften IB voor de jaren 2015-2017. De Belastingdienst accepteerde meerdere kostenposten niet en stelde de aanslagen vast naar hogere inkomens dan de belastingadviseur had aangegeven. Er volgde een procedure over de vraag of de Belastingdienst de aanslagen
Milieulijst 2025 vastgesteld

De staatssecretaris van I en W heeft de Milieulijst 2025 vastgesteld. De Milieulijst omvat de bedrijfsmiddelen, die bij investering in 2025 in aanmerking komen voor de Vamil (willekeurige afschrijving milieu-investeringen) en de MIA (investeringsaftrek milieu-investeringen 2009). De Rijkdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) voert de regeling uit. De RVO heeft per 1 januari 2025 de behandeling
Evaluatie landbouwvrijstelling

Onlangs is een periodieke evaluatie van de landbouwvrijstelling uitgevoerd. Het rapport van de evaluatie is aan de Tweede Kamer aangeboden. Volgens het onderzoeksbureau SEO is de regeling niet doeltreffend en ook niet doelmatig. De regeling kan volgens de onderzoekers niet gerechtvaardigd worden uit het realiseren van eventuele wenselijke neveneffecten. De conclusie is dat afschaffing van de
Energielijst 2024 vastgesteld

De minister van EZK heeft de Energielijst 2024 vastgesteld. Deze lijst bevat de bedrijfsmiddelen, die bij investering in 2024 in aanmerking komen voor de energie-investeringsaftrek (EIA). De lijst bevat in 2024 geen bedrijfsmiddelen meer waarvan de terugverdientijd beduidend korter is dan vijf jaar. Bedrijven en instellingen zijn verplicht om alle energiebesparende maatregelen met een
Energielijst 2023 tussentijds uitgebreid

De lijst met bedrijfsmiddelen die in aanmerking komen voor de energie-investeringsaftrek (EIA) is tussentijds uitgebreid. Vanaf 5 september kan EIA worden aangevraagd voor investeringen waarvoor subsidie vanuit de regeling Energie-efficiƫntie Glastuinbouw is verleend. Ook voor investeringen in warmte- en/of koudenetten en in CO2-afvang voor permanente opslag kan EIA worden aangevraagd.
De
Wetsvoorstel Wet minimumbelasting 2024 ingediend

Bij de Tweede Kamer is het wetsvoorstel Wet minimumbelasting 2024 ingediend. Het wetsvoorstel beoogt een wereldwijd minimumniveau van belastingheffing te waarborgen. Dit minimumniveau geldt zowel voor multinationale als voor binnenlandse groepen. Doel van het wetsvoorstel is het beperken van belastingconcurrentie en -ontwijking. Multinationale groepen met een omzet van € 750 miljoen of meer
Willekeurige afschrijving bedrijfsmiddelen 2023

De regeling voor willekeurige afschrijving is tijdelijk verruimd voor aangewezen nieuwe bedrijfsmiddelen. Deze verruiming geldt zowel voor de vennootschapsbelasting als voor de inkomstenbelasting. De regeling houdt in dat in 2023 tot 50% van de aanschaffings- of voortbrengingskosten willekeurig mag worden afgeschreven. De bedrijfsmiddelen moeten voor 1 januari 2026 in gebruik zijn genomen. De